On the road, deel 1
Of wat die twee onderweg naar de Paus hun geliefden wel moèsten opbiechten..
Deel 1: de proloog
On the road – titel van de roemruchte klassieker van Jack Kerouac, over de zwerftochten van een stel beatniks die liftend, in eigen of gestolen auto’s een groot deel van de Verenigde Staten doorkruisten. Beatniks waren nogal nihilistische vrijbuiters uit de jaren zestig van de vorige eeuw – ik kom daar nog op terug.
Ofschoon van een wat andere aard en sfeer leek mij de titel wel een aardig motto voor de zwerftocht die de Adelaar en de Hagenaar in de zomer van 2013 gaan ondernemen door Europa.1
Achter de suggestieve naam ‘De Adelaar’ verbergt zich onze Rinus Vollebregt, één der snelste jongens van het senioren peloton en voormalig kweker van niets minder dan rode, groene en gele paprika´s. Rinus is met hard werken in goeden doen geraakt, reist veel met zijn vrouw Els en mag zich graag als cultuurbarbaar afficheren.
En ‘De Hagenaar’, ofschoon pas sinds 1983, ben ik dat; Cornelis de Kler, schrijver van deze serie en naast enthousiast toerrijder nogal in brede zin bezig met cultuur en geschiedenis. Mogelijk nog dit jaar komt een publicatie uit over Vier generaties Van Herwerden – een familie- en bedrijfsgeschiedenis. Ooit begonnen als fietsenmakers in een Voorburgs smederijtje, thans uitgegroeid tot een welbekend wielerbedrijf. Verrassend genoeg brengt de eeuwenoude voorgeschiedenis ons in contact met geestelijken en socialisten.
Het wordt dit jaar Rome waar de Adelaar en de Hagenaar, zeventigplussers zijnde mogen zij zich met recht Ouden Van Dagen noemen, zich per fiets op weg naar toe begeven. Vanuit het Haagse gewoel en de Bleiswijkse dreven betreden zij daarbij, net als in voorgaande reisbeschrijvingen, tal van zijpaden. Natuurlijk, zij houden de bezienswaardige hoofdweg in het oog, zoals u op het kaartje verderop in de tekst kunt zien, maar een afslag meer of minder gaan zij zeker niet uit de weg, of dat nu een cultureel hoogstandje is dan wel een hondsvermoeiende valkuil.
On the road – een roadnovel die u moet lezen.
Daar is om te beginnen dan dat boek van Kerouac, waaraan ik het motto voor de serie ontleen, een serie die naar verwachting in maandelijkse afleveringen tot het eind van het jaar zal uitlopen. Dat boek is als Literaire Reuze Pocket onder de titel Op weg uitgegeven bij De Bezige Bij in 1963 in de vertaling van John Vandenbergh. U kunt het vast nog wel via www.boekwinkeltjes.nl op de kop tikken. Mijn exemplaar kocht ik in 1964 na een tip van onze toenmalige docent Kinderrecht aan de Sociale Akademie Twente. Ik las en herlas het en bewaar het inmiddels antiquarische kleinood zorgvuldig als collectors item in mijn bibliotheek. Zoals met meer van mijn boekenbezit zit het stikvol met recensies en knipsels over de schrijver, zijn romans etc. en met artikelen rond het thema beatgeneration. Ik wil er een tweetal noemen.
Vrij Nederland van 25 oktober 1997 schreef onder de titel Een springlevende literaire legende dat een nieuwe generatie lezers van de beatschrijvers Jack Kerouac en consorten eren op festivals, vastgelegd in biografieën op cd/roms en besprekingen op Internet.
Nog maar vijf jaar geleden lazen we in Trouw van 13 december 2008 over het debuut van Kerouac en Burroughs dat 63 jaar lang in een la lag alvorens uit te komen. Het betreft een bespreking van dat eerste boek met de intrigerende titel En de nijlpaarden werden gekookt in hun bassin. Uit het Trouwartikel komen we te weten dat het met een moord te maken had niet alleen, maar ook dat Kerouac trouwde om een gevangenisstraf te ontlopen.2
Waar kent u dat duo ook weer van?
Voordat u nu afhaakt, beste al of niet in boeken geïnteresseerde lezer, steek ik snel de weg over naar de omzwervingen van de u bekende Adelaar en Hagenaar. De foto boven toont dit duo overleggend over de route, de afstanden, de terugreis etc. Het plaatje is onder de rook van Amsterdam gemaakt op 16 juli door de zich Digi noemende weblogbeheerder van de senioren van de toervereniging van Zoetermeer. Ik kan u aanraden daar eens een kijkje te nemen: www.tvzm77.blogspot.nl en met wat scrollen niet alleen de belevenissen en foto’s van die hoogzomerse 16e juli jl. te bekijken maar ook de bijzondere reizen van mijn vliegende maatje en mijzelf er op na te slaan.
- Met Rinus naar Parijs.. OP DE PEDALEN – of het moment waarop ik mijn minnares Maria het meeste miste. Een 3-delige serie uit 2010
- De Adelaar & de Hagenaar – of hoe die twee kans zagen heelhuids, zonder brokken, laat staan knokpartijen en ander ongerief, toch nog ten langen leste Santiago de Compostella wisten te bereiken. Over de moeizame fietstocht in 2011
- Alles Stroomt – of hoe de Adelaar & de Hagenaar toch nog het magische Praag wisten te vinden. Geschreven in 4/5 delen van september tot december 2012.
Hiernaast de afbeelding van een oude ‘Romeinse’ brug over zo’n stroom, waarschijnlijk was het de Lippe.
Mocht u het een of ander niet op de blogspot kunnen vinden, mailt u mij gerust en ik stuur u de aflevering(en) toe.
Over de route, de hoogtemeters en de anekdote van het PEN-huisje
Alvorens onze route met u in hoofdlijnen door te nemen, zoals op het kaartje te zien is, moet ik u dit laten weten: Rinus is een kei in het uitzoeken van de route, het maken van kaartjes, het op zijn GPS intoetsen hoe we moeten rijden, het reserveren van hotelletjes etc. Eerlijk gezegd vind ik dat wel best. Niet uit gemakzucht moet u weten, maar ik haal me al zoveel andere besognes aan. Bovendien weet hij meestal wel de juiste keuze te maken. Echter een enkele keer vraagt hij mij mee te denken. Zo ook over de twee keer dat wij in Italië voor de keuze staan een lichte, dan wel zware route te kiezen, wat aantal klimmeters betreft.
‘Wedden – zeg ik tegen Maria – dat Rinus voor de zware etappes kiest!’ Was daar ook zeker van. Groot was mijn verbazing echter toen de sterke man voor de brede weg bleek te opteren waarbij wij ‘slechts’ 9.600 meter zouden hoeven te klimmen. Stel je overigens voor: dat zijn zo’n honderd Domtorens van Utrecht boven elkaar en dat moet je dan met je fiets, je bepakking en je eigen lijf (voor mij nog altijd zo’n 60 kg) naar boven zien te sleuren! De zware variant of op z’n Bijbels ‘de smalle weg’, die zou nog veel meer, nl ca 13.000 meter opwaarts trappen vergen. Had ik me al bij voorbaat bij zijn keuze neergelegd – ofschoon ook bij mij de nodige uitdagingen nog niet uitgedoofd zijn – onthult die berggeit dat hij voor de ‘lichte’ variant heeft gekozen. ‘Ja – zegt ie mij trouwhartig aankijkend – dat is uit bekommernis met jou hoor maat.’ Sprakeloos ben ik en moet spontaan denken aan de anekdote van het PEN-huisje.
De anekdote van het PEN-huisje – hoe zo? Dat zit zo: ooit fietsten wij van het IHE3 in Delft met een man of zes elke zondag om ons voor de Hel van Wageningen te trainen. Huub Savenije, vermaard verteller en toenmaals hoogleraar aan dat waterbouwkundig instituut, verhaalde eens bij een koffiestop van een wielrennende schicht, zo eentje die je plotseling met een rotvaart voorbij schiet en aldra in geen velden of wegen meer is te bekennen. Groot was ons plezier toen wij even verderop, aldus Huub, de flitsende solist krom gebogen over zijn stuur, hijgend en uitblazend ontdekten, verscholen achter een PEN-huisje. Sindsdien is dat verhaal onder toerrijders redelijk bekend voor elke uitslover waar we de kont van zien voorbijkomen.4 Zo’n PEN-huisje, beste lezers, vind je nog een enkele keer in het landschap en staat voor Provinciale Elektriciteitsmaatschappij Noord-Holland. Daar en elders in ons landje waren de nutsbedrijven nog gewoon van ons. Publieke diensten waar we als burgers via provincie- en gemeentebesturen redelijk vat op hadden. Niet zoals nu. ‘Geprivatiseerd’ zijn het thans tot onbereikbare geldzuchtbedrijven verworden monsterfabrieken met vaak van die gladde, graaiende ‘CEO’s. En wij zijn vervallen tot de anonieme consumentenmassa om zoveel mogelijk de aandeeltjes te spekken. Wij schrijven dit juli 2013: KPN moet genezen van die megalomanie; ENECO net zo’n economiek nummer.
Einde van de proloog – de Tour gaat van start
Nou ben ik toch nog op die wat zurige toon terecht gekomen – daar zat u niet op te wachten. Gauw dus maar naar een vrolijker finish van deze proloog – anders zie ik u in aflevering 2 natuurlijk helemaal niet meer achter de digitale dranghekken verschijnen. Maar wat heb ik nog te vertellen: die biecht aan onze geliefden? Ja, die komt er aan – op weg – naar de Paus.
Voorshands moeten de Adelaar & de Hagenaar nog opstappen, op dinsdag 6 augustus hoopt de laatste uitgeluid te worden met stemmige muziek van zijn minnares. En na de koffie bij de Adelaars’ vrouw Els rijden we naar een heerlijk hotel in de Ooijpolder onder Nijmegen. Als alles goed gaat, komen we ruim 3 weken later aan in Rome en hebben onderdak in het Madison-hotel vlak bij het Stazione Termini. Ik ken dat nog van vroeger bezoek en was dit voorjaar trouwens ook te gast in het fraaie Rome, met een alumnigezelschap. Maar dat is een ander verhaal.5 Op vrijdag 30 augustus vliegen we terug naar Amsterdam en hopen enige tijd na aankomst om 19.55 uur onze vrouwelijke evenknieën in de armen te sluiten.
Wij houden u via de weblog van Digi op de hoogte – voor een aantal lezers van het clubblad van TVZ trouwens komt dit nieuws als mosterd – maar hopelijk wel kruidige – na de maaltijd, want is met Gods hulp etc. de zoveelste toertocht van ons oude-van-dagen-duo reeds volbracht en heeft de Paus, de populaire, ons in speciale audiëntie ontvangen.6 Nu ja, dat zal wel niet, maar mijn katholieke maatje Rinus komt zeker aan zijn trekken in en op de Sint Pieter. Ik trouwens ook – hoop weer eens als eerder wat te lezen daar hoog op die koepel – na een dag particuliere sightseeing met een gids van dat reisbureau uit Groningen had ik behoefte aan wat rust daarboven en verdiepte me heerlijk in de zon zittend (en met wat toeristen langs mij heen schuifelend) in.. ja, welk boek ben ik vergeten. Graag tot deel 2 in september alwaar u tal van verrassingen als nieuw worden gerapporteerd. Mail gerust uw reactie – zelfs als u halverwege deze proloog al begon te applaudisseren.
Cornelis de Kler – 4 augustus 2013
cdekler@hetnet.nl